Nieuws
Kim Schoofs essay over Ta-Nehisi Coates verschijnt in de Nederlandse Boekengids
In mei ging het vierde begeleidingstraject van De Nieuwe Garde van start, Merlijn Olnon ging aan de slag met Pablo Kamsteeg, Kim Schoof en Lodewijk Verduin. Het essay ‘Van de drilboor en de droom’ is inmiddels af en zal in het eerstvolgende nummer van de Nederlandse Boekengids verschijnen. Olnon en Schoof blikken terug op het mentoraat.
Olnon over de start van het traject:
‘Kim stuurde het essay dat zij met Pablo Kamsteeg en Lodewijk Verduin (collega’s van DeFusie.net) schreef alweer een paar maanden terug in. We hadden het al eens over het stuk gehad, ik kende Kim inmiddels als een slimme lezer en een leergierige, lenige schrijver, en we voelden er wel wat voor het mentoraatstraject te laten uitmonden in publicatie van het stuk in de door mij geleide de Nederlandse Boekengids – in het life writing-nummer dat in december verschijnt. Dat betekende dat we wisten dat we de tijd hadden.’
Schoof:
‘Van een aantal aan De Nieuwe Garde verbonden redacteurs kregen we schriftelijk commentaar met min of meer dezelfde strekking: focus op één van de aangesneden punten in plaats van op allemaal. De eerste versie van het essay waaierde inderdaad allerlei kanten uit, we hadden het gedrieën geschreven en een compromis gezocht tussen onze conflicterende meningen. Toen het herschrijven moest beginnen zeiden de twee co-auteurs: doe jij het maar. Ik kwam met een nieuwe, gefocuste versie, en vervolgens heeft Merlijn met me meegekeken, me geholpen om de opbouw van alinea’s te verbeteren en de boel stilistisch en qua leesbaarheid aan te scherpen. Ook wees hij me op bruikbare bronnen die ik over het hoofd had gezien.’
‘Er is weinig zo gevaarlijk voor de kwaliteit van een tekst als er maanden aan blijven schaven, maar weinig zo goed als een paar redactieslagen met een flinke tijd ertussen, dus we besloten die tijd toch te nemen,’ zegt Olnon. Hij vervolgt:
‘We zijn eerst een keer bij elkaar gekomen om de ideeën in het stuk (toen 2.700 woorden) vrijelijk door te spreken en de hoofdlijnen scherper voor ogen te krijgen. Vrij snel daarop nog een keer om Kims nieuwe versie te bespreken, ons daarbij vooral richtend op opbouw en stijl. Kims derde versie hebben we vervolgens even laten gisten, waarop zij besloot nog een heel zinnige filosofische verdieping toe te voegen. Die versie hebben we over de mail allebei nog eens licht bediscussieerd en geredigeerd.
Daar eindigde het traject bij De Nieuwe Garde, maar de redactie niet. Om het geschikt te maken voor de Nederlandse Boekengids moest het namelijk eerst ook daar door de redactie én moesten er nog bijna 1.000 van de inmiddels meer dan 3.000 woorden af. Ik ging er uiteindelijk nog een laatste keer met een stofkam doorheen op zoek naar herhalingen en omslachtige formuleringen, waarna Kim er een aantal voor haar essentiële nuanceringen in aanbracht. Het resultaat is een essay van 2.370 woorden dat sterk verschilt van de oorspronkelijke inzending, maar dat het punt dat daarin gemaakt werd des te sterker maakt. En Kim? Zij incasseerde veel, dacht en schreef mee, altijd even enthousiast en creatief, en is inmiddels redacteur van de Nederlandse Boekengids.’
Nieuwsgierig naar het stuk? Lees bij ons alvast de eerste alinea’s.