Nieuws
Désanne van Brederode mentor van Firoozeh Farjadnia
Eind vorig jaar ging Désanne van Brederode aan de slag met Firoozeh Farjadnia. Van Brederode begeleidt Farjadnia bij het herschrijven van haar ‘Moedertaal’, een essay over de wezenlijke vreemdheid van een taal waar je niet mee opgegroeid bent en het verlangen je in die nieuwe taal net zo gevoelvol uit te kunnen drukken als in je moedertaal.
‘Als ik in het Nederlands schrijf, kijkt elk woord naar mij als een docent van achter zijn zware brilmontuur. Het Nederlands is voor mij een meester die je met twee woorden moet aanspreken. Het Nederlands ziet mij ook als een speels kind dat niet wil luisteren. Dat klopt. Ik wil niet luisteren. Ik ben op zoek naar een warm, hecht contact. Naar woorden die mij de ruimte geven waarin ik kan groeien. Ik wil in mijn pyjama bij Nederlands op schoot kruipen. Mijn hoofd op zijn schouder leggen en huilen.’
Firoozeh Farjadnia groeide op in Kermanshah, een plaats in het Koerdische deel van Iran. In 1995 vluchtte ze naar Nederland, waar ze een opleiding Bouwkunde volgde. Farjadnia schrijft romans, korte verhalen en columns. In 2014 debuteerde ze met de roman Postvogel bij uitgeverij Jurgen Maas. In mei 2017 verscheen haar tweede roman in het Farsi. Ze werkt momenteel aan een korte verhalenbundel en schrijft columns voor RFG Magazine en Oneworld.
Désanne van Brederode studeerde filosofie en debuteerde in 1994 bij uitgeverij Querido met de roman Ave Verum Corpus. Daarna volgden nog een zevental romans, waarvan de laatste, Wonderlamp, in 2019 verscheen. Ze schrijft columns, essays, poëzie en houdt lezingen over maatschappelijke onderwerpen. Verder is ze sinds 2012 actief betrokken bij Het Syrische Comité in Nederland en publiceert ze hier geregeld over.